Griep

Ziekten en Vaccins

Griep (Influenza)

Inleiding

Veel mensen noemen een verkoudheid of ander virus al snel “griep”. De echte griep wordt echter veroorzaakt door het influenzavirus, daarom spreken artsen liever van influenza. Influenza is een acute, besmettelijke infectie van de luchtwegen. Typische klachten zijn plotselinge koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn en een droge hoest.
De meeste symptomen verdwijnen binnen 2 tot 7 dagen.

Griep geeft vaak klachten zoals droge hoest, keelpijn, slikproblemen, verminderde eetlust, vermoeidheid, hoofdpijn en hevige spierpijn. De koorts loopt meestal snel op en kan gepaard gaan met koude rillingen. Langdurig hoesten kan pijn in de borst of achter het borstbeen veroorzaken. Na ongeveer vier dagen begint het afweersysteem antistoffen te maken. De koorts zakt dan en na circa zeven dagen voelt men zich meestal beter. Toch kan vermoeidheid en malaise nog 2 à 3 weken aanhouden. Voor gezonde kinderen en volwassenen verloopt griep doorgaans niet ernstig. Het lichaam vraagt in deze periode om rust, herstel en uitzieken.

De incubatietijd bedraagt 1–4 dagen; niet iedereen krijgt klachten, maar ook zonder symptomen bouwt het lichaam afweer op. Naast influenza kunnen ook andere virussen (zoals RS-, rhino-, adeno- en coronavirussen) griepachtige klachten veroorzaken. 

Besmetting verloopt via druppeltjes bij hoesten, niezen of praten, en via handen of voorwerpen. Volwassenen zijn meestal 3–5 dagen besmettelijk, kinderen soms tot een week. 

In Nederland wordt influenza nauwkeurig gevolgd via huisartsenpeilstations, RIVM-tests en aanvullende databronnen.

In Nederland krijgen risicogroepen jaarlijks een uitnodiging voor de gratis griepprik. Dit geldt voor mensen met chronische ziekten, medische aandoeningen en voor iedereen vanaf 60 jaar. 

Sinds 2021 wordt de vaccinatie ook aanbevolen aan alle zwangeren vanaf 22 weken zwangerschap. Dit advies is in oktober 2023 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma.

De effectiviteit verschilt per jaar en hangt af van de match tussen vaccin en circulerende virusvarianten.

Complicaties bij griep ontstaan vooral wanneer het afweersysteem verzwakt is of herstel bemoeilijkt wordt door andere ziekten of een slechte conditie. Het virus tast het slijmvlies van de luchtwegen aan, waardoor de natuurlijke bescherming vermindert en de kans op ernstige bijkomende infecties, zoals longontsteking, toeneemt. Bij ouderen en kwetsbare groepen kunnen deze complicaties levensbedreigend zijn.

In Nederland worden de vaccins Influvac Tetra® en Vaxigrip Tetra® gebruikt binnen het griepvaccinatieprogramma. Beide zijn geïnactiveerde vaccins zonder levende virussen, geschikt voor kinderen vanaf 6 maanden, volwassenen, ouderen en zwangeren. Ze bevatten virusdeeltjes of eiwitelementen waarmee het lichaam antistoffen opbouwt.

Elk jaar worden de vaccins aangepast aan de virusvarianten die vermoedelijk zullen circuleren.

Voor de productie worden bevruchte kippeneieren gebruikt, waarin het virus zich vermenigvuldigt. Naast virusdeeltjes kunnen sporen van kippeneiwit of andere stoffen aanwezig zijn, wat relevant is voor mensen met een ernstige kippenei-allergie.

Een besmetting met influenza is nauwelijks te voorkomen, maar het beloop en de ernst van de ziekte kunnen wel worden beïnvloed. De klachten zijn een teken van het immuunsysteem dat actief het lichaam probeert te herstellen.

Koorts is een natuurlijke reactie die ziekteverwekkers minder kans geeft zich te vermenigvuldigen. Het gebruik van koortsverlagende middelen kan dit proces vertragen en wordt alleen aangeraden bij zeer hoge koorts of bij risicogroepen.

Na een griep kan aanvullende zorg, zoals complementaire geneeskunde, ondersteuning bieden bij herstel.



ZEMBLA - DE BELANGEN ACHTER VACCINATIE, de overbodige griepvaccinatie
documentaire uit 2009 en nog steeds actueel en belangrijk.