Nieuws item

Basisinformatie mazelen

Acht - twaalf dagen na besmetting treden de eerste symptomen op: een lichte verkoudheid, een lichte temperatuursverhoging, hoesten, vergezeld van gezwollen, rood doorlopen, waterige ogen en lusteloosheid. Na twee à drie dagen daalt dan de koorts, maar de dag erna ontstaat er hoge koorts en hoofdpijn. De uitslag treedt op: rozerode, grove vlekken, snel samenvloeiend, beginnend achter de oren, uitbreidend over het gezicht. De ogen worden gevoeligheid voor licht. Er ontstaat een gezwollen gelaat en waterige en ontstoken slijmvliezen van de mond en keel. Typisch voor de mazelen zijn de witte vlekjes/strepen op het wangslijmvlies die opkomen tegelijk met de uitslag. De uitslag verschijnt vervolgens op de romp, armen en benen en verdwijnt in enkele dagen, de koorts zakt dan. Vaak is er door de hoge koorts en het ziekte proces de eerste dagen een zekere bewustzijnsdaling, die echter niet hoeft te wijzen op hersenaandoeningen, of hersen(vlies)ontsteking. Zonder complicaties duurt de acute fase van de ziekte één week. Hierna wordt de huid schilferig (soms met jeuk). Voor een goed herstel moet na de acute fase nog één week rust in acht worden genomen.

 

ZIEKTEBEELD

Foto-overzicht van een meisje met mazelen

BESMETTING

COMPLICATIES DOORMAKEN MAZELEN

COMPLICATIES MAZELENVACCIN

FEITEN

LINKS

BEHANDELING MAZELEN IN NIET-REGULIERE GENEESKUNDE ZOALS KLASSIEKE HOMEOPATHIE, NATUURGENEESKUNDE OF ACUPUNCTUUR

VISIE OP MAZELEN VANUIT DE ANTROPOSOFIE

Ziektebeeld

Acht - twaalf dagen na besmetting treden de eerste symptomen op: een lichte verkoudheid, een lichte temperatuursverhoging, hoesten, vergezeld van gezwollen, rood doorlopen, waterige ogen en lusteloosheid. Na twee à drie dagen daalt dan de koorts, maar de dag  erna ontstaat er hoge koorts en hoofdpijn. De uitslag treedt op: rozerode, grove vlekken, snel samenvloeiend, beginnend achter de oren, uitbreidend over het gezicht. De ogen worden gevoeligheid voor licht. Er ontstaat een gezwollen gelaat en waterige en ontstoken slijmvliezen van de mond en keel. Typisch voor de mazelen zijn de witte vlekjes/strepen op het wangslijmvlies die opkomen tegelijk met de uitslag. De uitslag verschijnt vervolgens op de romp, armen en benen en verdwijnt in enkele dagen, de koorts zakt dan. Vaak is er door de hoge koorts en het ziekte proces de eerste dagen een zekere bewustzijnsdaling, die echter niet hoeft te wijzen op hersenaandoeningen, of hersen(vlies)ontsteking.  Zonder complicaties duurt de acute fase van de ziekte één week. Hierna wordt de huid schilferig (soms met jeuk). Voor een goed herstel moet na de acute fase nog één week rust in acht worden genomen.

 

Besmetting

Via speeksel en neusslijm wordt het virus overgedragen. Van drie dagen voor het uitbreken van  de uitslag tot vijf dagen erna is er besmettelijkheid. Ongeveer 90% van de ongevaccineerde contactpersonen (kinderen) krijgt de ziekte. Vaak komt mazelen voor in de koude maanden als epidemie, eens per twee à drie jaar,  vooral op de leeftijd van twee tot tien jaar.

Voorkomen van besmetting is moeilijk, de ziekte komt nog overal regelmatig voor. Gevaccineerden krijgen soms mazelen in milde vorm, deze is dan moeilijk herkenbaar.

 

Behandeling

De reguliere geneeskunde behandelt de symptomen met algemene middelen, zoals: veel drinken, weinig vast voedsel, paracetamol. En complicaties met: antibiotica en eventuele ziekenhuisopname. De additieve geneeswijzen kennen diverse natuurlijke geneesmiddelen ter begeleiding van het specifieke ziekteproces en ter voorkoming van veel van de complicaties.

Vit.A. en vit.C, tijdens mazelen kan complicaties verminderen 1,2,10.

Koorts onderdrukken verhoogt de kans op complicatie 3.

Rust en uitzieken bij liefderijke verzorging is belangrijk 15.

Bij te vroeg wegtrekken van de uitslag, borstelen van de huid.

 

Complicaties

Bij gezonde, jonge kinderen zullen complicaties niet vaak voorkomen. Na de leeftijd van tien jaar is de kans op complicaties groter.

Bij mazelen is er immuunsuppressie (daling van de weerstand), dus verhoogde vatbaarheid voor bacteriele infecties, zoals longontsteking, middenoorontsteking. Soms volgt kinkhoest of roodvonk na mazelen.

Een strottenhoofdontsteking, waardoor ademhalingsproblemen kunnen ontstaan (een vroege complicatie).

Koortsstuipen

Een longontsteking (5 - 10%).

Middenoorontsteking (5 -10%).

Ontsteking van het centrale zenuwstelsel (encephalitis), gekenmerkt door grote slaperigheid, bewusteloosheid of stuipen, nadat de hoge koorts al is gezakt.

Deze hersenontsteking (1:10.000 mazelengevallen, bij kinderen tot tien jaar, boven de tien jaar 1:2.000) geneest in 65% restloos, 10% overlijdt, en 25% houdt restverschijnselen. Bij 50% van de sterfgevallen bestonden er al ernstige gezondheidsproblemen zoals leukemie of problemen met het         afweersysteem. Echter, ook het voedingspatroon speelt hierin een belangrijke rol, zoals bijvoorbeeld in       de derde Wereld, waar mazelen zeer ernstig kan verlopen vanwege  ondervoeding.

Subacute Scleroserende Pan Encephalitis (SSPE). Dit is een langzaam verlopende aantasting van de         hersenen, meestal met een fatale afloop, welke maanden, soms jaren na de mazelen kan ontstaan.           (5:1.000.000). Deze aandoening kan ook na vaccinatie ontstaan.

 

Vaccinatie

Bij gezonde, jonge kinderen is mazelen een flinke kinderziekte die ze normaal kunnen doormaken en die hen levenslange immuniteit garandeert. Het mazelenvaccin bestaat uit verzwakte levende virussen.Het wordt in combinatie met bof- en rodehondvaccin gegeven op veertien maanden en een herhaling op negenjarige leeftijd. 

95% van de gevaccineerden bouwt na de enting immuniteit op, maar deze heeft een beperkte duur. Het is voor gevaccineerden goed om in contact te komen met het wilde virus om hun immuniteit op te frissen ,22.

In de ons omringende landen is het monovaccin Attenuvax verkrijgbaar op recept 20.

Vaccinatiegevolgen  12,13

Retinopathie, een aantasting van het netvlies.

Blindheid.

Guillain Barré, een ziekte met een langzaam opstijgend verlammingsbeeld, dat in principe weer verschijnselen kan genezen.

SSPE,  zie onder complicaties.

A-typische mazelen, een op mazelen gelijkend ziektebeeld (lit.lijst 13 onder 6, blz. 93)

Buikpijnen die gepaard gaan met veelvuldig overgeven.

Convulsies, vooral tussen de 5e en 11e dag na de vaccinatie

Hersen(vlies)ontsteking, met mogelijke restverschijnselen.

Verwardheid, apathie.

ewusteloosheid.

Bronchitis, longontsteking, astma, allergie 8,10,11

Alle risico's van het enten met levende virussen (zie ook de beschrijvingen van bof en rodehond).

Sterfgevallen.

Suikerziekte (na de BMR).

Mogelijk zijn er associaties met MS en ook met  autisme 9 en chronische darminfecties 14.

 

 

Risicogroepen  :       

personen  met overgevoeligheid

voor eieren.

met een neomycine (een anti-bioticum) overgevoeligheid (dit zit in het monovaccin Attenuvax).Geldt           niet  voor de nederlandse BMR.

tijdens zwangerschap

met infekties van de bovenste luchtwegen of andere met koorts gepaard gaande infekties 23.

met TBC, die hiervoor niet zijn behandeld.

met diabetes of met aanwijzingen hiervoor of  een familiaire belasting hiervoor.

die binnen drie maanden voor de vaccinatie een bloedtransfusie hebben ondergaan.

met  heftige reakties na eerdere vaccinaties.

die cortison of cytostatica gebruiken.

met een erfelijke belasting van de volgende ziekten: CARA, astma, epilepsie en allergieën.

Weet u dat?

Mazelen doormaken het immuunsysteem  sterkt 13 en  erfelijke belasting opruimt 17.

Tussen 1915 en 1958 (dus ruim voor de massale vaccinatiecampagnes) de sterfte ten gevolge van             mazelen in de USA en Engeland reeds met 95% was afgenomen en deze daling zich voortzette, maar        dat er vanaf 1989  weer een stijging van het aantal mazelengevallen in de USA is te zien.

 Het kind een sprong kan maken in zijn/haar ontwikkeling en gezondheid na het doormaken van de              mazelen, iets dat vroeger algemeen bekend was15,18. Ook wel geneest een nefritis of een allergie na           mazelen11.

 Na de vaccinatiecampagnes er een verschuiving van de ziekte te zien is naar kinderen in hun eerste levensjaar (omdat gevaccineerde moeders onvoldoende  afweerstoffen hebben) en naar jong volwassenen . Deze beide groepen hebben meer kans op complicaties12,13.

 In de U.S.A. bij een recente mazelenepidemie een hoog sterftepercentage optrad bij een volledig- gevaccineerde bevolking. Vanuit de policy; no vaccination-no school was iedereen gevaccineerd, er waren geen contacten met het wilde virus, er was dus geen tussentijdse opfrissing van immuniteit en tegelijk ontstond er een daling van de immuniteit door vaccinatie. Het betrof meest jongvolwassenen 20,21.

Slechts 27.5%  van de gevaccineerden nog bescherming heeft voor mazelen acht jaar na de vaccinatie 22.

In de verschillende onderzoeken de cijfers over hersenontsteking na mazelen sterk verschillen. Sommigen kwalificeren ook een korte periode van verminderd bewustzijn als encephalitis.

Mazelen doormaken de kans op  degeneratieve aandoeningen  (o.a.kanker) op latere leeftijd vermindert 19. 

 

 

LITERATUURLIJST:

 1. Anon; Vit.A administration reduces mortality and morbidity from severe measles in  populations nonendemic for hypovitaminosis. Nutrition Reviews 1991,49 (3):89-91

 2. P.Guinee; `t Prikje juni 1996; Vit.C

 3.  B. Witsenburg; Measles, Mortality and Treatment : journal antropos. med. `92, geciteerd in ;Edda  West;   What if my child gets measles? , tijdschrift Variance,  Spring 1996

  4 . Prof. W. Wemmer; Masern; Biol. Medizin Heft 2  1998

  5 .T. Smits: Het post-vaccinaal-syndroom.    ISBN :90-803326-1-5.

  8  T.Kemp e.a.:Is infant immunisation a risk factor for childhood-asthma or ?allergy? ;Epidemiology               nov.97  vol 8.nr.6

  9. A.J.Wakefield e.a. in Lancet 98 ?351: 637-41;Ileal lymphoid-nodulair hyperplasia, non-specific                   colitis,pervasive-developement-disorder in children.

10. E.v. Mutius: Infecte, Impfungen und Allergie-ent-    stehung; Monatschrift Kinderheilkunde 145 Supl.1  Heft 8. E.V. 7 1997

11. S.O. Shaheen e.a. : measles and atopy in Guinea-Bissau; Lancet 1996:347:1792-6

12. G.Buchwald: Impfen 95-102 , 198 1994  ISBN3-89189-044-3

13. V.Scheibner: Vaccination ; 100 years of orthodox research shows that vaccins represent a medical assault on the immune system;1993, 81-92  ISBN 0.646.15124 X

14. N.P. Thompson e.a. : Is measles-vaccination a riskfactor for inflammatory-bowel-disease? Lancet 1995;345, 1071-4

15. W.Goebel, M.Glockler: Kinderspreekuur, gezondheid, ziekte en opvoeding 1988  ISBN 90.6238.269 X

16. T. Ronne: Measles-virus-infection whithout rash in childhood is related to diseases in adult life 1985 Lancet 5 jan :1-5

17. Carola und Ravi Roy : Kranke Kinder mit Homoopathie behandeln 206-216  ISBN 3-426-76130-0

18 . Th. Dethlefsen, R. Dahlke : De zin van ziek-zijn   116-131  ISBN  90-202-4998-3

19. H. Albonico ,H.U. Braker, J. Husler, :Febrile infectious childhood diseases in the history of cancerpatients and matched controls. Medical Hypotheses (1990) 15, 315-320

20  Y.A. Maldonado e.a. :Early loss of passive measles antibody in infants of mothers with vaccin-                  induced immunity ; Pediatrics 96, S. 447 (95)   California

21.  T.T. Chen, L.E. Markovitz:  measles antibody: reevaluation of protective titers, J. Infect.Dis.162, 1036 (90)

22. L.E. Markovitz e.a. :Persistance of measles anti-body after revaccination ; J.Inf.Dis .166 , 205(92)

23. M.S. Krober e.a.: Decreased measles antibody  response after MMR vaccine in infants with colds  

24.  JAMA 265, 2095 (91)

25. MAZELEN, werkverslag van onderzoek in opdracht van de Stichting Antroposofisch Medisch Onderzoek  1991. door M. Kiene, en E.P. Schoorel