Nieuws item

Vader eist inenting dochter

Een vader heeft in kort geding met succes geëist dat zijn dochter gevaccineerd wordt. Zijn ex-vrouw, bij wie de dochter woont, weigerde tot dusverre alle medewerking.

 

De man eiste dat zijn ex-vrouw zorg zou dragen voor het inenten van hun dochter tegen meningokokken C en tegen DTP-BMR (difterie/tetanus/polio/bof/mazelen en rode hond). Hij vond dat de vaccinaties als preventieve en noodzakelijke medische handelingen moeten worden beschouwd. In 2003 en 2004 gaf de vrouw geen gehoor aan landelijke oproepen van de overheid voor het inenten van kinderen. 

Volgens de vrouw zou binnen de medische wereld geen overeenstemming bestaan over het nut en de noodzaak van de betreffende inentingen, omdat de inentingen ernstig nadelige bijwerkingen kunnen hebben. De vrouw heeft verder gesteld dat het kind naar aanleiding van een eerdere DKTP-inenting zware koortsstuipen heeft gekregen.

De rechter vond het belangrijk dat het kind de inentingen ondergaat aanwezige risico op besmetting met een levensbedreigende ziekte. De rechter wijst verder op het feit dat het overheidsbeleid, dat uitgaat van de preventie van levensbedreigende ziekten door inenting op jonge leeftijd, ook in medische kring wordt gedragen.

De beslissing van de rechter houdt in dat de vrouw binnen zeven dagen het kind moet laten inenten, op straffe van een dwangsom van 50 euro per dag en een maximum van 25.000 euro.

Link:

Uitspraak Rechtbank Haarlem, 15 april 2005 (Rechtspraak.nl)